Een idyllisch plekje in de tuin, de natuurlijke en biologische tuinvijver (door ]oop de Blok)
Vanaf mijn vijfde jaar ben ik al gefascineerd door water en alles eromheen. Mijn laarzen waren meestal te kort bij het vangen van stekelbaarsjes. Al die stekelbaarsjes moesten in een emmer en dat ging in de grond in de zandbak. De eerste vijver was geboren, maar helaas niet vorstvrij. Bij de eerste vorst was dat emmertje één blok ijs met diepvriesvisjes. In de daaropvolgende jaren groeide ik zelf maar ook mijn expansiedrift. Vaak met behulp van mijn vader experimenteerde ik met steeds grotere vijvers. Maar helaas, na iedere winter waren ze lek, kapotgevroren.
Voor mijn vijftiende verjaardag kreeg ik van mijn ouders een vijver, dat wil zeggen een plek achterin de tuin om een gat te graven, 1,5 m3 metselzand en zeven zakken cement van 50 kg. Vijverfolie was toen nog lang niet in beeld, laat staan het idee van een biologische vijver.
Het grootste probleem was de vijver vorstbestendig te maken. Ik maakte daarom een betonnen schaal met het puin van de gesloopte vijvers als toeslagmateriaal. Het werd een ovale schaal van 3 x 6 m en in het midden 60 cm diep. Het idee was dat als het zou gaan vriezen het ijs eruit kon of de hele vijver met de bevroren grond omhoog kon komen, dus niet in of uit elkaar gedrukt zou worden. Voor de planten had ik in het midden op de bodem een langwerpige bak gemetseld van ongeveer 10 cm diep. De vijver werd bevolkt met verschillende soorten kleine vissen, kikkers en salamanders, deze laatste kwamen er vanzelf in (die hebben pootjes).
De eerste natuurlijke vijver was ontstaan. Zonder pomp of filter bleef hij kraakhelder en was nog heel na de winter. Deze jeugdervaringen vormen de basis van mijn vijverleven en uiteindelijk is mijn hobby mijn werk geworden.
In de natuur is een waterplas, ven of meertje tijdelijk, zeker als er geen doorstroming is met het oppervlaktewater door middel van een sloot of beek. Water wordt land. Dit gebeurt door zand dat erin waait, door boombladeren en afstervende water- en moerasplanten. Het organisch materiaal verveent en wordt van lieverlee door planten en bomen overgroeid.
Dus daar waar wij in de natuur water willen behouden, moet er onderhoud gepleegd worden door middel van maaien en baggeren met de nodige zorg voor flora en fauna. (`cultuur’)
Omdat je er in je tuinvijver ook meestal voor moet zorgen dat je het water bij elkaar houdt, ben je al snel gedwongen om een kunstmatige constructie te maken met bijvoorbeeld folie, beton of leemblokken. De discussie of dit nog natuurlijk is, laat ik hier achterwege.
In den beginne
Wanneer je een vijver in je tuin wílt maken is het belangrijk dat je er zoveel mogelijk plezier aan beleeft en er zo min mogelijk last van hebt. De belangrijkste vraag is dan ook: Waarom wil ik een vijver en willen mijn huisgenoten dat ook? De ruimte die een vijver inneemt in je tuin gaat namelijk altijd ten koste van iets anders.
Om de plaats van de vijver te bepalen zijn een aantal zaken van belang:
- Het zicht op de vijver, bijvoorbeeld vanuit de woning of vanaf het terras e.d.
- Kun je bijvoorbeeld de ramen nog zemen of een ladder plaatsen om de dakgoot te schilderen.
- Kun je vanuit het huis nog goed de schuur bereiken of de achteruitgang van de tuin.
Met andere woorden, maak een kritische inventarisatie van alle voor- en nadelen, dit om zoveel mogelijk irritaties en problemen in de toekomst te voorkomen.
Voor de vijver is het wel van belang dat deze voldoende licht krijgt, niet per se de hele dag felle zon.
Harmonie en evenwicht
Om een vijver goed te laten functioneren zijn echter meer zaken van belang, zoals de harmonie met de overige tuinbewoners (bomen, struiken en hagen) Grote bomen en struiken spelen een belangrijke rol in de compositie van de tuin, ze leven en hebben dus ruimte aan hun voeten nodig. Als je de vijver te dicht tegen de stam van een boom plaatst, komt deze ruimte te kort en kan hij na verloop van tijd de vijver ontzetten of kapot `groeien’.
Hou als regel minimaal 1 m. afstand voor een boom en 0,5 m. voor een struik.
De vorm en de grootte van de vijver bepaal je voor de rest helemaal zelf. Je kunt voor een speelse vorm kiezen die vloeiend in de tuin overgaat en een samenspel vormt met de tuinplanten. Maar ook een vijver met een strakke rand afwerking kan prima natuurlijk functioneren als deze maar niet te ver boven de grond uitsteekt (max. 5 cm.)
Om lang plezier van je vijver te hebben moet de vijverrand stevig, waterpas en stabiel zijn, als deze verzakt ben je terug bij af. Dit gebeurd meestal na een aantal jaren als alles mooi gegroeid is. Daarom is geduld een schone zaak. Werk vooral in de goede volgorde.
Je moet ervoor zorgen dat de plantengroei op orde is voordat de vijver met vissen belast wordt. Doe dat niet te snel. Ik vergelijk `t vaak met een wei met koeien. Van een mooie groene wei die de kans heeft gekregen om te groeien, kunnen koeien in de zomer leven zonder bijvoeding. Op een kaal stuk grond met 1.000 kilo graszaad in de bodem en al wel koeien eróp, komt geen grasspriet op en gaan die koeien dood van de honger!!
De grootte van de vijver is afhankelijk van wat je wilt, je ruimte en financiën. Hoe groter de vijver, hoe meer je er mee kunt doen. Een kleine vijver echter kan echt wel volwaardig zijn en biologisch goed in evenwicht. Maar een koe past niet in een konijnenhok, je snapt dus wel dat het altijd draait om het evenwicht tussen planten en dieren. In een mooie heldere sloot of beek zie je geen kilo’s vis per m2.
Om de planten zich goed te laten ontwikkelen moeten we de natuur nabootsen. Dit is niet zo moeilijk als je denkt. In een heldere sloot of plas staan ook geen vijvermandjes en er ligt modder op de bodem. In de vijver kun je de planten laten groeien in plantbedden op verschillende dieptes, een en ander afhankelijk van de soort. Voor het maken van de plantbedden moet je bij het uitgraven van de vijverput zorgen dat de hoogte waarop de plantbedden moeten komen stevig, vlak en horizontaal blijft. Het is wel belangrijk dat je vooraf een plan hebt hoe je de vijver in wilt richten, welke planten diep of ondiep moeten staan en of ze groot worden of klein blijven.
In de gemodelleerde kuil komt de vijverfolie, de plantbedden worden daarop gemaakt, op de vlakke niveaus. Op onze website bijvoorbeeld, zie je hoe dat moet. (www.vijvertuindeblok.nl)
Bij een natuurlijke vijver is geen filterinstallatie nodig. Het diepste gedeelte is een bezinkput voor het organisch materiaal, dat daartussen het Gedoornd hoornblad (Ceratophylium demersum) tot rust komt. Je maakt als het ware een `biologische spons’. Daarom is het be|angrijk dat het diepste gedeelte van de vijver wat verder naar achter ligt, in ieder geval niet daar waar je de vissen voert. Als je dat wel zou doen, dan slopen je vissen deze `spons’ als ze het voedsel dat daartussen zakt willen opsporen en opeten.
Zo komen we ook weer op het punt van evenwicht, de rode draad in de natuur en in dit verhaal.
Een nieuwe vijver moet groeien, daarom moet je ook beginnen met kleine jonge vissen die gelijkmatig met de waterplanten kunnen opgroeien, één en ander wel nadat de planten goed aangeslagen zijn.
Vissen
Nu weet ik uit ervaring dat het heel moeilijk is om als de vijver klaar is te moeten wachten met de vissen, vooral met kinderen. Daarom is een schooltje goudvoorntjes van tien tot vijftien stuks van een ongeveer 10 cm een redelijk compromis. Als je na verloop van tijd meer vissen in je vijver wilt dan is het verstandig om je in hen te verdiepen.
Een steur hoort niet in een natuurlijke tuinvijver. Hij kan niet achteruit zwemmen, wordt heel groot en komt van nature voor in groot open water. Een (koi)karper stelt niet veel eisen aan de waterkwaliteit, evenals bij de steur zit de bek aan de onderkant om zijn voedsel op en in de bodem te zoeken. Hij groeit snel en wordt heel groot, daarom is hij een grote belasting voor de vijver.
Dat wil niet zeggen dat er niets kan in een natuurlijke vijver. In mijn vijverpartij zwemmen ongeveer twintig soorten vissen, waaronder vijf kapers, de grootste acht kilo, tussen de waterplanten die in een zandbodem staan, in glashelder water.
Onze vijvers hebben wel een oppervlakte van 130 m2 met een inhoud van ± 80.000 liter, verdeeld over drie vijvers met daartussen een beekje voor de doorstroming. Op deze manier is het wel mogelijk om in één vijver volop vis te hebben, terwijl de rest fungeert als filter. Al met al het draait altijd om de ruimte die de vissen hebben en nog belangrijker de natuurlijke filtercapaciteit.
Als je je aan een aantal basisprincipes houdt, kun je veel plezier aan je vijver beleven zonder er veel omkijken naar te hebben.
Tot slot
Als je mij nu vraagt hoe ik dat allemaal weet en of ik daarvoor gestudeerd heb, heb ik een simpel antwoord: ik heb geen enkel vijver- of tuindiploma maar ben nog steeds niet afgestudeerd. Ik leer nog elke dag en de kennis die ik heb, deel ik graag met iedereen die het horen wil.
De vijver in het Arboretum te Oudenbosch is een echte blikvanger. Op zonnige, windstille dagen spiegelt de witte theekoepel aan de kop van de vijver zich precies zo in het water als bij een formele vijver de bedoeling is. Weinig waterplanten behalve de indrukwekkende waterlelie verstoren dan dit beeld. Maar zo’n formele vijver kan ook een echt zorgenkindje zijn, zo-ook die van het Arboretum. In 2011 besteedde onze gewaardeerde oud-vrijwilliger Leo van den Berkmortel al een artikel in het blad Aesculus van het Arboretum in Oudenbosch aan de problemen van de vijver waarmee het Arboretum te kampen had. In dit artikel noemt hij Joop en Yvonne de Blok, die met hun grote kennis van vijvers hun adviezen gaven om de problemen op te lossen. Toentertijd hield Joop zich nog hobbymatig met vijvers bezig naast zijn sloopbedrijf. Tegenwoordig is hij alleen nog maar beroepsmatig bezig met aanleggen en renoveren van vijvers en een echte autoriteit op dit gebied in West-Brabant. Hun vijvertuin is gratís te bezoeken op alle zaterdagen in juni en juli van 10.00 uur tot 16.00 uur. Meer info op www.vijvertuindeblok.nl |