Verslag verenigingsavond Bali 8 maart.
Na een lange tijd zonder bijeenkomsten vanwege de Corona, konden we vanavond eindelijk weer bij elkaar komen in de Wittenhorst in Halsteren. Voor deze bijeenkomst was Ronny Vannerom uitgenodigd voor een lezing. Dhr. Vannerom verzorgt al 10 jaar lezingen en hij maakt elk jaar een nieuwe presentatie. Voor vanavond stond de lezing ”het bekende van het onbekende “ op het programma. Dit betrof een overzicht van een aantal lezingen welke hij heeft gemaakt.
Ronny heeft een grote passie voor de levendbarende zoetwatervissen en zit ook in het bestuur van Poecilia Nederland, de landelijke vereniging van deze vissen. Over het algemeen wordt gesteld dat van dat er veel soorten zijn, ze gemakkelijk te houden zijn en ze makkelijk zijn om mee te kweken. Welnu, na het aanhoren van deze lezing kunnen we toch wel stellen dat het niet zo is. Kenmerkend van deze soort is dat hun onderkin naar voren uitsteekt en dat in hun mond kleine tandjes te zien zijn. Ze worden dan ook wel levendbarende tandkarpers genoemd. Een andere bijzondere eigenschap van deze soort is het gonopodium. Dit is het mannelijke geslachtsorgaan. Opvallend hierbij is, dat hoe kleiner de soort, hoe groter het gonopodium is, tot wel 40% van hun lichaamslengte.
Binnen deze groep zijn er twee soorten van levendbarenden te onderscheiden. De meest bekende zijn de ovivoparen, waarbij het embryo in een omhulsel zit en de voedingsstoffen hieruit haalt. Maar er is ook een soort, de vivipare, waarbij het jonge visje met een navelstreng aan de moeder verbonden is en hij dus op een andere manier aan zijn voedingstoffen komt. Dit zijn de vissen van het geslacht Goodeidae. Wat ook kenmerkend bij deze vissen is, is het recht van de sterkste. De grote vissen ontwikkelen zich sneller dan de kleinere exemplaren. Het gevolg hiervan is dat de kleintjes worden doodgedrukt door de grotere exemplaren zodat zij meer ruimte krijgen. Hierdoor komen er maar weinig jongen ter wereld maar zijn ze wel relatief groot.
Deze veel gehouden soort zijn momenteel in allerlei soorten kleuren en varianten te koop. Een wetenschapper heeft berekend dat er alleen al 3.000.000 kleurcombinaties zijn. Met name wedstrijdkwekers gaan selectief vissen kweken om bepaalde kleur eigenschappen te selecteren en hiervoor hebben ze per stam, circa 15 aquaria nodig om dit goed te kunnen doen. Daar tegenover staan de wildvang exemplaren, die hun originele tekening laten zien. Een groot probleem is echter dat de natuurlijke habitat van deze vissen aan het verdwijnen is. Dit komt onder andere door massale vervuiling door de mens en industrie, verandering van het klimaat, opdrogen van de meren en rivieren en de introductie van niet inheemse soorten die de inheemse soorten verjagen dan wel opeten.
Zelf zijn deze levendbarende vissen ook massaal uitgezet om malaria tegen te gaan. De Gambusia Holbrooki uit de Verenigde staten, is de originele malaria vis, die het op de muggenlarven heeft voorzien. Deze soort heeft een groot aanpassingsvermogen en kan overleven in zoet en brakwater en in temperaturen tussen de 5 en 40 graden Celsius. Ook zijn Europese neef, de Gambusia Affinis, is erg robuust en komt op veel plaatsen voor.
Een bekende groep is die van de zwaarddragers, de Xiphophorus genaamd. Tegenwoordig vallen daar ook de platy’s onder. In totaal zijn er 26 soorten hiervan beschreven. Wat bijzonder is, is dat de naam zwaarddrager, niet is afgeleid van hun staart. Bij mannen zijn de onderste staartvinnen uitgegroeid tot een soort zwaard. Dat zou wel aannemelijk zijn, maar dat is het dus niet. De naam is afgeleid van het gonopodium. Deze soort kan als een van de weinigen hun gonopodium in de rondte zwaaien, wat lijkt op een zwaard beweging. Een ander bijzonder fenomeen bij zwaarddragers is, is dat de mannen een sterke hiërarchie hebben. Zo ontwikkelen alleen de grootste een zwaard aan hun vin terwijl de ondergeschikte mannelijke exemplaren de vorm van een dame aannemen. Ze worden wat boller en hebben dan ook een normale staart. Door zich zo onopvallend mogelijk te gedragen worden ze met rust gelaten maar zullen ze zeker proberen met een dame te paren indien de mogelijkheid zich voordoet.
Zo maakte Ronny ook nog een uitstapje naar het monster van Mexico, of wel de Axolotl. Deze soort heeft als enigste het vermogen om ledematen die hij verloren heeft weer te laten aangroeien. De axolotl is een mooi voorbeeld van de vernietiging van de habitat van deze dieren. In een tijdsbestek van 14 jaar is de gehele populatie verdwenen. Werd er bij het begin van de telling circa 6000 dieren per vierkante kilometer geteld en na 14 jaar werden er geen dieren meer waargenomen. Gelukkig werden er in die tussenliggende periode wildvangdieren gevangen. Door de opzet van kweekprogramma’s kon deze soort behouden blijven en werden er nieuwe leefomstandigheden gecreëerd zodat deze dieren weer in het wild konden worden uitgezet.
We kunnen tergkijken op een zeer interessante lezing met Belgische tongval welke werd aangevuld met fraaie afbeelding. Het bestuur van ATV Bali wil Ronny dan ook bedanken voor deze fraaie lezing en hopen hem volgend waar te verwelkomen.
Thorn van Bragt